Vandaag is een dag zoals alle andere, de Javastraat is zoals gebruikelijk vol met voorbijgangers, toch is er iets aan de hand. Alle winkels,
aan beide kanten van de straat, hebben hun ingang versierd met kransen van
verschil-lende soorten bloemen. De winkeliers zijn gekleed in feestelijke
kledij en staan zo recht als kaarsen voor hun winkels. Vanaf het Javaplein,
aan de linkerkant, tot aan de tunnel, liggen op de stoep duizenden geurende
rozen. Een jonge Marokkaan gekleed in vorstelijke islamitische kledij als uit
een sprookje van duizend en een nacht, omringd door knappe landgenoten die
fungeren als zijn lijf-wachten, loopt langzaam over de met bloemen bezaaide
stoep van het Javaplein naar de tunnel. De winkeliers buigen
diep voor hem. Een voor een komen ze naar hem toe, knielen op de stoep en kussen zijn hand, en dan angstig, alsof ze bang zijn dat het niet genoeg is, stoppen ze rollen Europese bankbiljetten in diezelfde hand.
De prins des doods overhandigt behendig het geschenk aan een van zijn metgezellen, buigt voor de gever, die nederig aan de kant gaat, en wandelt rustig verder.
Voor een wasserij met het nummer 51 staat een vrij grote Arabier. Zijn baard komt bijna
tot aan zijn middel. Wanneer de
prins des doods bij zijn winkel is, komt er een gewoontjes uitziende Arabier - hij ziet eruit alsof hij hier per ongeluk
verzeild is geraakt – tussen de
prins en de bebaarde Arabier staan.
Een van de metgezellen van de prins des doods - gebouwd als de mytologische god Atlas – grijpt de ongelukkige voorbijganger en smijt hem als een lappenpop aan de kant. De ongelukkige voorbijganger klapt als een rijpe pompoen tegen de muur van de winkel en, wanneer hij zichzelf bij elkaar geraapt heeft, gaat hij zichzelf onophoudelijk verontschuldigend ervandoor richting het Javaplein.
De bebaarde Arabier buigt tot aan de grond. Eerst kust hij
de voeten van de prins des doods, en dan terwijl hij langzaam overeind komt
pakt hij voorzichtig de hand van de prins, kust deze en stopt er een grote rol
bank-biljetten in.
Een oudijzer-verzamelaar met een verborgen camera in zijn schrootkar filmt de inwijding van de prins des doods.
Het drietal loopt
richting de tunnel. Alle drie lopen ze de supermarkt ‘Dirk van den Broek’ in.
De oudijzer-verzamelaar
parkeert de schrootkar tegenover de supermarkt voor een telefooncel. Hij pakt
zijn camera en gaat op een bankje zitten. Een geunifor-meerde politieagent met
de rang van sergeant loopt op hem af en vraagt op strenge toon: “Wat doe je hier?”
“Dat gaat u
niets aan.”
De politieman legt zijn hand op zijn pistool. “Legitimatie!”
“Ik ben een
Nederlander.”
“Legitimatie!”
De oudijzer-verzamelaar pakt zijn identieteitskaart en overhandigt het. “We zijn collega´s.”
De politieman
bekijkt de identiteitskaart. “Hаha! Kijk, kijk. James Bond.”
“Ik heb opdracht gekregen
om…”
“Waar heb jij
opdracht toe gekregen?”
De verzamelaar van oudijzer laat de camera zien. “Om te filmen.”
“Ben je gek
geworden! Wil je alles verpesten?!”
“Dit gaat u niets
aan.”
“Аhа! Gaan we zo doen?!”
De
politieagent grijpt de camera. Hij haalt de band uit de camera en stopt die in
zijn zak, daarna geeft hij het toestel terug aan de eigenaar. “Zo, nou kun je filmen, maar zonder band!”
“Geef mijn
band terug!”
Terwijl dit zich afspeelt, loopt een andere politieagent met de rang van inspecteur een computer reparatie-winkel uit richting de tunnel. “Wat is hier aan de hand?”
De sergeant
glimlacht. “Meneer hier is spion van RIAD.”
“Аhа!”
“Meneer de inspecteur, hij heeft mijn band afgepakt!”
“Dat is zijn
werk.”
“Maar
alstublieft.”
De sergeant legt opnieuw zijn hand op zijn pistool en zegt op ruwe toon: “Verdwijn uit
ons rayon!”
“Ik rapporteer dat je me mijn film hebt afgepakt!”
“Je rapporteert maar een eind weg,“ de politie-inspecteur bijt hem toe. “En nou oprotten hier, of ik sla je helemaal in elkaar.”
De oudijzer-verzamelaar staat gehoorzaam op en loopt met zijn schrootkar onder de tunnel door richting de Eerste van Swindenstraat.
Beide agenten
lopen terug naar de computer-reparatiewinkel. De sergeant overhandigt de band
aan de eigenaar van de winkel die hen beiden vervolgens tweeduizend euro
betaalt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten