Noot: Zoals bekend werd Theo van Gogh 11 jaar geleden op klaarlichte dag op 2
november 2004 op de Linnaeusstraat in Amsterdam Oost vermoord door Mohammed
Bouyeri, die daarna als enkeling daarvoor schuldig werd bevonden en nu een
straf voor levenslang uitzit. Deze tekst is een betoog die ik als uitgever van
het boek “Doodlopende weg – Waarom de Nederlandse geheime dienst haar top
geheim agent Theo van Gogh heeft vermoord” van Slobodan R. Mitric morgen op 2
november bij de herdenking van de moord op Theo van Gogh bij het monument De
Schreeuw in het Amsterdamse Oosterpark hoop te houden, zoals op 20 en 21 oktober j.l.
aangekondigd door de organisatoren Stichting Beeld van Pim; Stichting Vrienden van Pim Fortuyn;
Pim Fortuyn Foundation en de Willehalm Ridderorde van het
Woord (i.o.) o.m. hier op deze Willehalm blog.
Update: Deze herdenking, tijdens welke deze aanklacht tegen de overheid van obstructie van de rechtsgang bijna in zijn geheel werd voorgedragen, heeft inmiddels plaatsgevonden en is op YouTube te zien.
Beste mensen, vrienden van Theo van Gogh
Ik sta hier nu voor de vierde achtereenvolgende keer en zal dit keer in
de geest van ridders van het vrije woord geen blad voor de mond nemen. En vrij
naar Luther: “Ik kan niet anders, zo
helpe mij God.”
I. Eerste voordracht “In memoriam Theo van Gogh” op 2 november
2012
Het eerste hier op 2 november 2012 voorgelezen hoofdstuk uit “Doodlopende weg” met
de titel “Kut spekjood” is een weergave
van een in het geheim afgeluisterd gesprek in de residentie van de toenmalige
burgemeester van Amsterdam tussen de gastheer (Job Cohen), de toenmalige minister van
Emigratie en Naturalisatie (Rita Verdonk), de toenmalige hoofdcommissaris van politie en de
toenmalige officier van Justitie. Uit dit gesprek blijkt nota bene dat de
toenmalige burgemeester c.q. de overheid voor de Machiavellische keuze stond
tussen enerzijds de islamieten, die woedend waren over de op publieke televisie
geuite beledigingen van Theo van Gogh aan het adres van hun God Allah en
in opstand in de hoofdstad en het hele land en zelfs ver daarbuiten dreigden te
komen als Van Gogh niet de in hun eigen ogen verdiende straf zou krijgen en opgeruimd
zou worden. Anderzijds overwoog de overheid om deze moordplannen van
de Islamitische gemeenschap voor zijn eigen
karretje te spannen en te faciliteren ten einde de angel uit de woede
van de islamieten weg te halen en om daarmee eindelijk van deze luis in de
pels, deze gevaarlijke dorpsgek af te zijn. Voor dat laatste staaltje
crisismanagement om “de boel bij elkaar te houden” werd gekozen met de
geruststelling van de Burgervader dat ervoor gezorgd zou worden dat deze
macabere gang van zaken nooit in de openbaarheid zou komen.
Er werd dus volgens
dit scenario een dubbel spel gespeeld om de ware toedracht toe te dekken. Zo
lieten dan ook op de avond van de moord op 2 november 2004 tijdens de
“lawaaikabaal” op de Dam de twee eerst genoemde politici bij het gesprek op de
residentie van de Burgemeester met vermoorde onschuld rijkelijk hun
krokodillentranen vloeien: Eerste noemde het een laffe en gruwelijke moord
waardoor Van Gogh de mond is gesnoerd. "Wij bestrijden elkaar met de mond,
met de pen en in het uiterste geval voor de rechter, maar wij nemen niet het recht
in eigen hand." En zo betuigde op dit podium de minister
van Vreemdelingenzaken en Integratie namens het kabinet het diepste medeleven
met familie en vrienden van Van Gogh, in het bijzonder zijn zoon Lieuwe.
Eerstgenoemde Burgervader stond later ook hier bij de onthulling van dit
monument op 23 juli 2007, de datum dat Theo van Gogh zijn 50ste
verjaardag zou vieren, en sprak mooie woorden, en laatstgenoemde, de “Trots van
Nederland” volgde hem twee jaar later bij de herdenking hier op 2 november
2009.
Het tweede hier op
2 november 2012 voorgelezen hoofdstuk “Huldiging
van de prins des doods” is gebaseerd op eigen waarnemingen en ervaring van de schrijver en is als
zodanig dus geen complottheorie maar complotpraktijk. Hij was namelijk enkele
dagen vóór de moord getuige van zeer opmerkelijk tafereel op een met rozen bestrooid
deel van de Javastraat tot aan het spoorviaduct. Daar vond namelijk een
publieke huldiging plaats van de uiteindelijke dader, gekleed als een Prins des
doods in een lang wit Arabische gewaad, omringd door forse bodyguards en een
Iman, in aanwezigheid van honderden sympathisanten en winkeliers die de “uitverkorene”
vele geldbiljetten in de hand drukten. Zelfs politie en politici van
islamitische huize gaven acte de présence en wisten dus drommels goed wat er
aan de hand was.
Het derde en
laatste op 2 november 2012 hier voorgedragen hoofdstuk onder de titel “Attentaat” beschrijft in
detail precies wat er op die noodlottige ochtend van 2 november 2004 vooraf is
gegaan tot aan de schietpartij en de arrestatie van de dader in het Oosterpark.
De politie zat het islamitische moordsquadron in het Watergraafsmeer op z’n
hielen, maar moest tot hun stomme verbazing zo niet ontsteltenis op het laatste
moment de religieuze liquidatie van de Godslasteraar als het ware onder hun
ogen toelaten: Orders van hogerhand!
De reactie op deze
onthullingen over de ware toedracht en achtergrond van de moord op Theo van
Gogh, waar weliswaar niet man en paard maar wel betrokkenen in hun functie
genoemd en dus geïdentificeerd kunnen worden, was vrijwel nihil, een
oorverdovende stilte. Geen beschuldigingen van smaad aan de schrijver of de
spreker of iets dergelijks. Ook nadat het Amsterdamse televisie station AT5
beloofd had een flink deel live uit te zenden, maar daarop terug kwam en ook na
eerdere interviews op
radiostation Amsterdam FM, tevens te zien op YouTube en een twee uur durend interview op Radio
Dieperick (inmiddels verwijderd) bleef het windstil.
II. Tweede
voordracht “Orders van hogerhand!” op 2 november 2013
Bij de volgende
herdenking op 2 november 2013 werd een samenvatting van “Doodlopende weg” voor een klein
gezelschap verzameld hier rond het monument de Schreeuw voorgelezen, ter
discussie gesteld en daarna ook op internet geplaatst. Deze samenvatting onder de titel Orders
van hogerhand! luidde als volgt:
1. Enkele
dagen voordat Mohammed Bouyeri, de “uitverkorene”, op de ochtend van 2 november
2004 op de Linnaeusstraat vlak bij het stadsdeelkantoor Amsterdam-Oost Theo van
Gogh doodschiet, diens keel doorsnijdt en een brief op diens borst met
een mes vastpint, werd hij gehuldigd op de met bloemen feestelijk bedekte
Javastraat in Amsterdam-Oost in de aanwezigheid van honderden toeschouwers,
inclusief nota bene ambtenaren van de politie en geheime dienst. De schrijver
heeft deze openbare ritueel in het hoofdstuk “Huldiging van de prins des doods”
beschreven.
2. Dit
attentaat op Theo van Gogh, zoals het laatste, gelijknamige hoofdstuk onthult,
was geen eenmansactie van een fundamentalistische islamist, maar onderdeel van
een met militaire precisie voorbereide, uitgevoerde en naderhand perfect
(althans tot nu toe) toegedekte operatie van de Nederlandse geheime dienst.
3. Deze
operatie was niet nodig geweest als Theo maar geluisterd en ingestemd had met
dringende verzoeken en waarschuwingen van de directeur van de AIVD om het
artikel “Schaduwkommando van de prins” van zijn website “De Gezonde Roker” te
verwijderen. Dit artikel van Jan Portein alsmede een aanvulling daarop onder de
titel “Lubbers en de Muzelmannenbom”, waarin de schrijver Karate Bob in zijn
destijds geheime functie als directeur van World Atomic Counter-Espionage
(WACE) een centrale rol in een multimiljoenen plutoniumtransactie speelt, waren
volgens de AIVD een bedreiging voor de nationale veiligheid en de Koningin. De
literaire weergave van de twee gesprekken tussen Theo als lid van de geheime
dienst en het hoofd van de AIVD in Café Cinetone op de Duivendrechtsekade
en bij hem thuis op de Pythagorasstraat in de Watergraafsmeer zijn na te lezen
in de hoofdstukken “Schaduwkommando van de prins” en “Ontmaskerden”. De twee
betreffende artikelen “[Schaduwkommando van de Prins” en “Lubbers en de
Muzelmannenbom”] bevinden zich in de
bijlagen, waarin ook rechterlijke documenten staan i.v.m. met de dreigende,
illegale en inhumane uitzetting van de noodlijdende schrijver door de Nederlandse
staat naar het voormalige Joegoslavië, tevens een brief van toenmalige Premier
Lubbers aan Slobodan Mitric, een getuigenis van Prof. F. Rüter, de voormalige
president van Amnesty International over de betrouwbaarheid van Slobodan
Mitric, plus een uitgebreide CV en een overzicht van zijn werken die hij als
schrijver, kunstenaar en filmmaker deels met zijn [onder verdachte
omstandigheden op 10 januari 2006 in het OLVG overleden] vrouw Iris de Vries
heeft gemaakt.
4. De
toenmalige burgemeester van Amsterdam, de minister van Immigratie en
Naturalisatie, de hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie en de
hoofdofficier van Justitie waren niet alleen op de hoogte van deze
staatsliquidatie, maar lieten, wat betreft de politie die de voorbereidingen
nauwlettend in de gaten hield, de moordenaar en zijn team ongemoeid hun gang
gaan: “Orders van hogerhand”. De Amsterdamse dorpsgek, die in het openbaar zijn
varken Allah genoemd had en met Ayaan Hirsi Ali de film “Submission” had
gemaakt, moest immers opgeofferd worden om de woede van de islamistische
gemeente in binnen- en buitenland tot bedaren te brengen ten einde erger te voorkomen.
Dit blijkt uit het hoofdstuk “Kut spekjood” gebaseerd op een door de AIVD in
het geheim opgenomen gesprek bij de residentie van de burgemeester. Het
hoofdstuk “Submission”, waarmee dit boek na de Proloog “Op de Javastraat is er
iets aan de hand” begint en het hoofdstuk “Vos” geven tevens een wat andere
kijk op hoe deze film eigenlijk tot stand kwam, terwijl uit het hoofdstuk
“DNA”, een gesprek in Café Danzig in Amsterdam tussen Theo en het hoofd van
AIVD, blijkt dat de laatste twijfels had over de ware identiteit van Ayaan Hirsi
Ali en daarnaar onderzoek heeft laten verrichten en om vast te stellen of de
voorbereidingen van de moord een geval van “estherisme” [ d.w.z. onderhandse daad van een agent provocateur].
5. Onderdeel
van de voorbereidingen op de moord op Theo van Gogh was ook dat de
“uitverkorene” de kunst van het keel doorsnijden werd bijgebracht door een imam
en zijn collega onder toeziend oog van twee forse lijfwachten. Eerst aan de
hand van een geit, zoals beschreven in het hoofdstuk “Islamitische slagerij” en
daarna zelfs van een onschuldig mens, zoals beschreven in het hoofdstuk “Een in
een tapijt gewikkeld lichaam” met daarbij een kleurenfoto van het plaats delict
in Amsterdam-Oost. Ook dat laatste had de politie in de gaten en kunnen
voorkomen, maar greep desondanks niet in: “Orders van hogerhand...!”
III. 3de voordracht “Waarom Theo
van Gogh werkelijk geofferd werd!” op 2 november 2014
In de aanloop naar
de derde en tot nu toe laatste voordracht “Waarom
Theo van Gogh werkelijk geofferd werd!” tijdens de herdenking op 2 november 2014 leek er eindelijk wel
verandering in die oorverdovende windstilte m.b.t. de ware toedracht van de
moord op Theo van Gogh te komen door een aantal opmerkelijke ontwikkelingen die
toch allemaal op gemiste kansen bleken uit te lopen.
Ten eerste waren
dat de onthullingen van de bij het proces van de dader verantwoordelijke
hoofdofficier van Justitie Frits van Staelen die hij op 22 september 2014 in
het radioprogramma
Dossier EenVandaag maakte.
Ik citeer uit de
aankondiging van de website van EenVandaag: “Ik [Van Staelen] ben
ervan overtuigd dat Mohammed Bouyeri niet alleen gehandeld heeft.” Het strafonderzoek
naar de moord op Theo van Gogh zou verder volgens deze hoofdofficier “frusterend
weinig opgeleverd” hebben. “Er zijn
bijvoorbeeld aanwijzingen,” zo zei hij, “dat er mensen de route van Theo van
Gogh zijn nagegaan en voor het vuurwapen hebben gezorgd.”
Het betreffende
Dossier EenVandaag citeert ook Bé Lutken, oud-korpschef van Rotterdam en
oud-onderzoeker van de CTIVD, Commissie
van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Deze oud-korpschef
stelt dat de AIVD verzuimd heeft informatie dat de Hofstadgroep met iets bezig
was te delen met de regionale politiekorpsen en inlichtingendiensten en spreekt
van een gemiste kans.
Over het feit dat op 10 november, acht dagen na de moord, de
ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer schrijven
dat de AIVD goed werk heeft geleverd, zegt Lutken: “Ik heb wel gedacht: ze
durven wel. Zo vlak, na zoiets. Zo echt concreet schrijven: geen fouten
gemaakt. Niks te verwijten. Dat kun je eigenlijk niet doen. Daarvoor is het
onderzoek te kort geweest en ben je alleen afgegaan op informatie van de dienst
zelf. Ik vond dat niet zo gelukkig. Onhandig en risicovol!”
De aankondiging van
het Dossier EenVandaag eindigde als volgt: “De SP pleit voor heropening van het
onderzoek, aangezien het OM stelt ervan overtuigd te zijn dat Mohammed
Bouyeri niet alleen handelde. Ronald van Raak (SP) wil dat eventuele
medeplichtigen alsnog voor de rechter kunnen worden gebracht.”
Bovengenoemde en
nog andere onthutsende uitspraken over gewiste opnames, miscommunicatie en corruptie binnen de blijkbaar elkaar concurrerende
diensten binnen de overheid stroken met de hier ter sprake gebrachte beschrijvingen
uit “Doodlopende weg”, en omdat de voor de AIVD verantwoordelijke Minister
Plaskerk n.a.v. de onthullingen van het Dossier EenVandaag op 9 oktober 2014
een opdracht gaf aan de CTIVD om een heronderzoek naar de moord op Theo van
Gogh en het handelen van de AIVD te verrichten, schreef ik op 31 oktober 2014 volgende
brief (hier
na te lezen als document 1) :
Aan de “Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten”:
“Op 23
oktober jl. heb ik u een aankondiging gemaild van mijn voordracht op 2 november
as. ter herdenking van de moord op Theo van Gogh “Waarom Theo van Gogh
werkelijk werd vermoord!” gebaseerd op bovengenoemd literair
misdaadverslag van Dr. Slobodan Radojev Mitric, 10de Dan karate
meester en bezitter van een eredoctoraat in de rechten. Daarin stond o.m. de
volgende zin: “ Gezien de opstapeling van sterke vermoedens dan wel
aanwijzingen dat er veel meer aan de hand was dan tot nu toe mondjesmaat door
de overheid is toegegeven, kan ook de Commissie
van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten er
niet om heen om de bevindingen van de werkelijkheidsroman “Doodlopende weg” in
haar door minister Plaskerk aangekondigd heronderzoek in deze moordzaak erbij
te betrekken, en bij voorkeur de noodlijdende en
doodzieke, voormalige top contra-inlichtingen agent Karate Bob
nog bij leven uit te nodigen om, desnoods achter gesloten deuren, te getuigen
op welke eigen frappante waarnemingen en opgenomen en gefilmde geheime
voorvallen hij zijn opzienbarende onthullingen heeft gebaseerd.”
Bij deze doe
ik dus een dringend beroep aan u om in uw heronderzoek naar de ware achtergrond
van de moord op Theo van Gogh de bevindingen van dit boek nader te onderzoeken.
Omdat ik begrepen heb dat de schrijver bereid is in deze zaak te getuigen
verzoek ik u verder om hem daartoe uit te nodigen. Mocht dit gebeuren, dan ligt
het het meest voor de hand daarbij om hem te bevragen over zijn eigen
waarnemingen waarop hoofdstuk
13 “Huldiging van de prins des Doods" op blz. 71 gebaseerd is. In dit
hoofdstuk wordt namelijk geschilderd hoe de “ uitverkorene”, een jonge
Marokkaan gekleed in vorstelijke Islamitische kledij, omringd door forse
lijfwachten, gehuldigd wordt op de met bloemen bezaaide linkerstoep van
de Javastraat vanaf het Javaplein tot aan de tunnel door diep buigende
winkeliers die voor hem knielend rollen Europese bankbiljetten in de hand
drukken, een tafereel dat nota bene in aanwezigheid van politie en zelfs
bekende politici blijkbaar ook gefilmd werd. Het vaststellen van deze publieke
huldiging van de Prins des Doods, wiens naam in het boek niet genoemd wordt,
maar die niemand anders dan is Mohammed Bouyeri, is al voldoende om de waarheid
van de uitspraak van de officier van justitie Frits van Staelen “Ik ben ervan
overtuigd dat Mohammed Bouyeri niet alleen heeft gehandeld.” te bevestigen.
Maar ook de
andere, op in het geheim opgenomen dan wel gefilmde voorvallen gebaseerde
hoofdstukken uit “ Doodlopende weg” laten zijn dat er veel meer aan de hand was
dan tot nu toe door de overheid bekend is gemaakt. Want uit deze hoofstukken
blijkt dat Theo van Gogh in het landsbelang geofferd c.q. bestraft werd om
enerzijds een dreigende opstand van radicale elementen binnen de Islamitische
gemeenschap in de kiem te smoren en anderzijds, omdat hij pertinent geweigerd
had om in te gaan op de herhaalde, dringende eis van de Geheime Dienst om het
de toenmalige minister-president en koningin onwelgevallige artikel
“Schaduwcommando van de Prins” van zijn website “ De Gezonde Roker” af te
halen, een artikel waarin naast prins Bernard de schrijver als Karate Bob een
centrale rol speelt.
Wat betreft
de veelal onterecht in twijfel getrokken betrouwbaarheid van Dr. Mitric,
verwijs ik u naar Bijlage VIII in het aanhangsel van “Doodlopende weg” onder de
titel “Getuigenis van Prof. C.F. Rüter op 15 februari 1988 in de zaak
Mitric”. Voor de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam verklaart deze
bekende rechtsgeleerde en voormalige president van Amnesty International o.m.
het volgende (op blz. 159): “…door de jaren heen had ik de ervaring opgedaan
dat de verhalen van Mitric in de kern de waarheid bevatten, hij had meermalen
blijk gegeven over gouden informatie te beschikken; bovendien had hij in dit
geval in juli 1987 de ontvoering [van Gerrit Jan Heijn] al
aangekondigd.”
In de hoop
de waarheidsvinding in deze moordzaak van dienst te zijn, ben ik,
Hoogachtend,
Is
ondertekend:
(Robert Jan
Kelder)
Dir.
Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut
P.S. Vandaag
heb ik het betreffende boek “ Doodlopende weg” met een kopie van deze brief en
de tekst van de aankondiging van mijn voordracht op 2 november naar uw adres in
Den Haag opgestuurd.”
Aan het eind
van deze brief stond de volgende noot: “Tot
nu toe is geen ontvangstbevestiging binnengekomen. Binnenkort zal een
soortgelijke brief met een exemplaar van het boek aan officier van justitie Van
Straelen, thans werkzaam in de regio Nederland Oost, gestuurd worden met een
verzoek om op basis van deze aanwijzingen het onderzoek naar de moord op Theo
van Gogh te heropenen.”
Deze brief werd inderdaad aan de officier van Justitie Van
Staelen gemaild, maar deze noch de commissieleden van de CTIVT vonden het
blijkbaar niet nodig hierop een antwoord te geven of zelfs de ontvangst ervan
te bevestigen, en tot nu toe is de schrijver van “Doodlopende weg” niet
uitgenodigd om voor het nog steeds lopend heronderzoek opening van zaken te
geven: gemiste kans nr. 2.
Gemiste kans
nr. 3: ”02/11 Het spel van de Wolf”
Een volgende
gemiste kans in dit verband is de door de vrienden Theodoor Holman en Gus van
de Westelaken van Theo van Gogh geschreven en geproduceerd en op 2 november
2014 door de VPRO uitgezonden speelfilm c.q. docudrama “02/11 Het spel van de Wolf” met op de affiche de ondertitel: “Theo van
Gogh is dood; nu de waarheid nog”. Daarin wordt gesteld dat Theo van Gogh als
“collateral damage” geofferd moest worden voor het landsbelang dan wel voor de
CIA, iets dat als algemene conclusie akelig dichtbij het scenario van
“Doodlopende weg” komt, maar in feite eerder een miskleun is en in plaats van
de waarheid te brengen deze slechts verhult.
Dit stelt de
schrijver van “Doodlopende weg” in zijn reactie onder de titel: “Een complete
misser!” Hij schrijft (hier
te lezen): “Mooie film die
laat zien hoe de AIVD werkt - maar over de moord op Theo is het een complete
misser. Interessant is een
fragment waar beweerd wordt dat Mohammed Bouyeri penningmeester was voor de
Hofstadsgroep of iets dergelijks.
Deze
opmerking was bedoeld om te verhullen dat moslims massaal geld aan Mohammed
gaven. Want de Engelse MI6 heeft Mohammed Bouyeri geld gegeven voor de
liquidatie van Theo van Gogh en de bebaarde eigenaar van de wasserette op de
Javastraat was hoofd van de speciale afdeling van MI6 in Amsterdam.
De MOSSAD heeft het moordwapen geleverd. Die Ron [de joodse wapenleverancier in
het hoofdstuk “Wapenhandelaar” is lid
van MOSSAD en voor alles wat hij doet, moet hij van tevoren toestemming vragen
van de MOSSAD.
Belangrijk
is dat een onafhankelijke officier van Justitie voor deze zaak werd ingesteld
en dat hij kan bewijzen dat vele moslims in Amsterdam geld aan Mohammed Bouyeri
hebben gegeven om zijn achterblijvende familieleden te verzorgen, want Mohammed
Bouyeri had gezworen dat hij na de moord op Theo op de politie zou gaan
schieten tot ze hem zelf dood zouden maken.
De directeur van de AIVD [Sysbrand van Hulst] ken ik persoonlijk. Een
familielid van Van Hulst is tipgever over het gestolen 60 kg plutonium en een
paar ton radioactief materiaal waarover premier Lubbers destijds zaken met mij
deed.
Demmink
wordt al jarenlang gechanteerd door moslims - ze bezitten lastige video’s van
hem en zijn lovers kinderen.
Vele
toenmalige ministers maar ook minister-president Balkenende wisten dat Theo
vermoord zou worden.
Hier valt
nog te melden dat de schrijver Theodoor Holman van “Het Spel van de Wolf”,
tevens wel degelijk op de hoogte moet zijn geweest van het boek “Doodlopende weg” of
tenminste het in zijn bezit heeft, sinds ongeveer een half jaar na het
verschijnen daarvan in februari 2012, de vader van Theo van Gogh, Johan van
Gogh, een oud-medewerker van de BVD (voorloper van de AIVD), twee exemplaren bij mij had besteld,
waarvan er, volgens eigen zeggen, een voor Holman was bestemd. Deze columnist
bij Het Parool en radiopresentator van het programma OBA Live in de Openbare
Bibliotheek in Amsterdam heeft er m.i. echter geen enkel woord aan vuil gemaakt.
Heeft misschien ook hij iets te verbergen? Jazeker, d.w.z. als je de woorden van de
schrijver van “Doodlopende weg” mag geloven die hij in een email aan mij
schreef en die ik bij de herdenking op 2 november 2014 in zijn geheel onder de
titel “De moord op Theo van
Goh was een actie van de islamitische gemeenschap - Mohammed Bouyeri
was slechts een uitvoerder" (deels) voorgelezen heb en daarna ook als
document 2 op de blog “Doodlopende
weg” heb
geplaatst:
“…Hier is
sprake van een liquidatie, die gefinancierd werd door honderden islamieten in
Amsterdam met donaties aan de gekozen moordenaar Mohammed Bouyeri. Theodorus
Cornelis Holman was een van de eerste mensen in Nederland die al deze dingen
wist. Ook Theo’s compagnon Gijs van de Westerlaken, die ik persoonlijk ken,
wist van deze dingen. Aan hen beiden waren een aantal keren pamfletten gegeven,
waarin stond dat de liquidatie van Theo van Gogh gefinancierd was door de
islamitische gemeenschap in Amsterdam.
Ongeveer een week na de moord op Theo van Gogh werd door een vrouw, die
getrouwd is met een van de belangrijkste BVD (AIVD) ambtenaren, verklaard dat
Theodorus Cornelis Holman ook lid van de BVD is. Deze informatie is 100% betrouwbaar.
Het is het daarom ook begrijpelijk dat Theodorus Cornelis Holman de waarheid
onder tafel houdt en met dingen in de openbaarheid komt om de waarheid te
omzeilen…[Alleen tot hier werd deze brief verleden jaar op 2 november voorgelezen. Hij
ging als volgt verder:] "Maar hier dienen
alleen de belangrijkste feiten bewezen te worden dat Theo van Gogh is geliquideerd
in opdracht van de machtigste islamieten in Amsterdam, waar van tevoren
massaal geld werd verzameld voor de gekozen moordenaar. En wie is wie maakt
hier niet uit.
Feit is dat geld om Theo van Gogh te vermoorden vooruit werd betaald door
vele moslims.
Officier
van justitie Frits van Staelen dient een grondig
onderzoek te verrichten naar wat er zich precies heeft afgespeeld op de Javastraat
2 dagen voor de moord op Theo van Gogh.
Er zijn honderden mensen die deze ceremonie gezien hebben en er is een Nederlander
die ook dat zou kunnen bevestigen, indien de staat hem veiligheid
garandeert.
Wat mij betreft: ik heb geen enkel belang om deze zaak
anders te doen lijken dan hoe het werkelijk gebeurd is.
Ik ben bereid om onvoorwaardelijk over deze dingen onder ede te verklaren bij
een rechter.
Ik hoop dat alle moordenaars van Theo van Gogh opgepakt en bij rechtbank
gebracht worden en ook diegenen die deze zaak bewust onder tafel willen houden
– onder anderen ex-burgemeester Job Cohen, -staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid Fred Teeven, Theodorus Cornelis Holman en zo voort en
zo voort.
Hoogachtend,
Slobodan Radojev Mitric
WORLD DIRECTOR RESERVE POLICE-INTERNATIONAL”]
Vierde gemiste
kans: de roman “De tweede november” van Tomas Ross
Als laatste
in deze boulevard van gemiste kansen zij nog vermeld dat ook de auteur Tomas
Ross van de in 2013 verschenen roman “De tweede november – Wie zat er achter de
moord op Theo van Gogh?” op de hoogte was van “Doodlopende weg”, omdat ik zelf
een exemplaar voor hem bij zijn uitgever Cargo in Amsterdam heb afgeleverd. Hij heeft het echter compleet links laten
liggen. Daarom moet ook dit werk van “faction” (mengsel van fact en fiction)
dat eindigt met de open vraag van de ondertitel: “Wie zat er achter de moord op
Theo van Gogh?”, i.p.v. deze vraag te beantwoorden met de hem toegeschoven
informatie, als een afleidingsmanoeuvre worden beschouwd.
Samenvatting
en conclusie
Op 16
februari 2012 werden exemplaren van “Doodlopende weg” met het Ten geleide en verantwoording van de uitgever onder de titel
“Valt de huidige opmars van de islamisering nog te
stuiten?” afgeleverd aan de balie in Amsterdam van het dagblad TROUW
voor diens politie en justitie redacteur Adri Vermaat en bij het kantoor van
Slobodan Mitric’ advocaat Mr. Henri Sarolea. De dag daarna werden er exemplaren
gepresenteerd aan toenmalige Koningin Beatrix (persoonlijk afgeleverd bij haar
Paleis Noordeinde in Den Haag) en aan Geert Wilders (via de postkamer op het
Binnenhof). Deze heeft echter er tot nu toe geen
aanleiding in gezien om hierover in de Tweede Kamer vragen aan de regering te
gaan stellen, iets wat toch te verwachten zou zijn gezien zijn kruistocht tegen
de Islamisering in Nederland en daarbuiten. Tevens werden er die dag drie exemplaren
door de uitgever persoonlijk overhandigd aan de ouders van Theo van Gogh in
Wassenaar, die de boeken met belangstelling in ontvangst namen en later, zoals
reeds vermeld, nog twee exemplaren bestelden. Voor hen schreef Slobodan Mitric
de volgende opdracht in zijn boek: “Ik kan uw zoon niet levend terugbrengen, maar
wel de waarheid hoe en waarom hij is vermoord kunt u in dit boek nalezen. Ik
hoop dat u, als u dit boek gelezen heeft, dit niet in de doofpot laat blijven
zitten.”
Dit laatste
is ook de boodschap die hij op de achterflap van zijn boek aan de lezers richt:
“Voor elke moord, ongeacht over wie het gaat, is het nodig om de waarheid en
niets dan de waarheid te vertellen en de waarheid erover te schrijven, of men
dit nu leuk vindt of niet. Aan u, geachte lezer, ligt het om deze roman wel of
niet te steunen. Maar indien wij zwijgen, zal de moordmachine van de duistere
krachten zonder belemmering verder doorgaan met doden: gisteren Theo, morgen
een van ons. Niemand heeft het recht – ongeacht of iemand volgens de wet van
een staat of religieuze gemeenschap werkelijk de dood verdient – om te doden.
Vooral in de zogenaamde vrije democratische wereld, die beweert dat ze de paden
van vrijheid en rechtvaardigheid volgt. Laten wij helpen om alle
verantwoordelijken voor de moord op Theo van Gogh voor de rechter te dagen.”
Welnu, uit
de bovengenoemde opstapeling van feiten en ernstige aanwijzingen die te vinden
zijn in “Doodlopende weg”, uit de gedetailleerde aanvullingen daarop van de auteur en uit de pogingen om die
ontmaskeringen hier bij dit monument aan de vrijheid van meningsuiting aan de
grote klok te hangen blijkt zonneklaar dat de Nederlands overheid met haar
doofpotcultuur, zoal in collusie met de bovengrondse pers en media, niet in het
achterhalen van de werkelijk toedracht inzake de moord op Theo van Gogh
geïnteresseerd is. Zij maken zich daardoor direct dan wel indirect schuldig aan obstructie van de
rechtsgang. Dit wordt nog eens bevestigd door het negeren van het aanbod van de
schrijver Slobodan Mitric om (desnoods
achter gesloten deuren) op te treden als getuige c.q. ter zake kundige
criminoloog bij het door minister Plaskerk aan de CTIVT opgedragen heronderzoek
naar de moord op Theo van Gogh en het handelen van de AIVD.
Moge dit betoog ertoe bijdragen dat in het
belang van de waarheid en rechtvaardigheid de onderste steen vooralsnog boven wordt gehaald opdat daarmee tenminste de
gang naar de rechter geen doodlopende weg wordt.