zondag 1 november 2015

Obstructie van de rechtsgang – Doofpotcultuur van Justitie c.q. de AIVD verhindert een correcte rechtsgang inzake de moord op Theo van Gogh



Noot:  Zoals bekend werd Theo van Gogh 11 jaar geleden op klaarlichte dag op 2 november 2004 op de Linnaeusstraat in Amsterdam Oost vermoord door Mohammed Bouyeri, die daarna als enkeling daarvoor schuldig werd bevonden en nu een straf voor levenslang uitzit. Deze tekst is een betoog die ik als uitgever van het boek “Doodlopende weg – Waarom de Nederlandse geheime dienst haar top geheim agent Theo van Gogh heeft vermoord” van Slobodan R. Mitric morgen op 2 november bij de herdenking van de moord op Theo van Gogh bij het monument De Schreeuw in het Amsterdamse Oosterpark hoop te houden, zoals op 20 en 21 oktober j.l. aangekondigd  door de organisatoren Stichting Beeld van PimStichting Vrienden van Pim Fortuyn; Pim Fortuyn Foundation en de Willehalm Ridderorde van het Woord (i.o.) o.m. hier op deze Willehalm blog.

Update: Deze herdenking, tijdens welke deze aanklacht tegen de overheid van obstructie van de rechtsgang bijna in zijn geheel werd voorgedragen, heeft inmiddels plaatsgevonden en is op YouTube te zien. 

Beste mensen, vrienden van Theo van Gogh

Ik sta hier nu voor de vierde achtereenvolgende keer en zal dit keer in de geest van ridders van het vrije woord geen blad voor de mond nemen. En vrij naar Luther: “Ik  kan niet anders, zo helpe mij God.”

I. Eerste voordracht “In memoriam Theo van Gogh” op 2 november 2012

De eerste keer heb ik hier op 2 november 2012 onder de op internet aangekondigde titel “In memoriam Theo van Gogh” drie schokkende hoofdstukken uit het literair misdaadverslag “Doodlopende weg – Waarom de Nederlandse geheime dienst haar top geheim agent Theo van Gogh heeft vermoord” van de voormalige top geheim agent en doctor van de rechten Slobodan Mitric, beter bekend als Karate Bob ter sprake gebracht. Deze aan zijn vriend Theo van Gogh opgedragen true crime is in zekere zin een voortzetting van zijn in 2008 verschenen, even schokkend boek “De Gouden Tip – De verstrengeling van onder- en bovenwereld en de moord op G.J. Heijn” dat, eveneens door de bovenwereld, d.w.z. overheid, bovengrondse media en de pers doodgezwegen werd (met één uitzondering in het Haarlems Dagblad), waardoor eveneens een correcte rechtsgang in die zaak verhinderd werd om de handlangers van de als enige in deze moordzaak uit 1987 veroordeelde Ferdi Elsas ter verantwoording te roepen. 

Het eerste hier op 2 november 2012  voorgelezen hoofdstuk uit “Doodlopende weg” met de titel “Kut spekjood” is een weergave van een in het geheim afgeluisterd gesprek in de residentie van de toenmalige burgemeester van Amsterdam tussen de gastheer (Job Cohen), de toenmalige minister van Emigratie en Naturalisatie (Rita Verdonk), de toenmalige hoofdcommissaris van politie en de toenmalige officier van Justitie. Uit dit gesprek blijkt nota bene dat de toenmalige burgemeester c.q. de overheid voor de Machiavellische keuze stond tussen enerzijds de islamieten, die woedend waren over de op publieke televisie geuite beledigingen van Theo van Gogh aan het adres van hun God Allah en in opstand in de hoofdstad en het hele land en zelfs ver daarbuiten dreigden te komen als Van Gogh niet de in hun eigen ogen verdiende straf zou krijgen en opgeruimd zou worden. Anderzijds overwoog de overheid om deze moordplannen van de Islamitische gemeenschap voor zijn eigen  karretje te spannen en te faciliteren ten einde de angel uit de woede van de islamieten weg te halen en om daarmee eindelijk van deze luis in de pels, deze gevaarlijke dorpsgek af te zijn. Voor dat laatste staaltje crisismanagement om “de boel bij elkaar te houden” werd gekozen met de geruststelling van de Burgervader dat ervoor gezorgd zou worden dat deze macabere gang van zaken nooit in de openbaarheid zou komen. 

Er werd dus volgens dit scenario een dubbel spel gespeeld om de ware toedracht toe te dekken. Zo lieten dan ook op de avond van de moord op 2 november 2004 tijdens de “lawaaikabaal” op de Dam de twee eerst genoemde politici bij het gesprek op de residentie van de Burgemeester met vermoorde onschuld rijkelijk hun krokodillentranen vloeien: Eerste noemde het een laffe en gruwelijke moord waardoor Van Gogh de mond is gesnoerd. "Wij bestrijden elkaar met de mond, met de pen en in het uiterste geval voor de rechter, maar wij nemen niet het recht in eigen hand." En zo betuigde op dit podium de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie namens het kabinet het diepste medeleven met familie en vrienden van Van Gogh, in het bijzonder zijn zoon Lieuwe. Eerstgenoemde Burgervader stond later ook hier bij de onthulling van dit monument op 23 juli 2007, de datum dat Theo van Gogh zijn 50ste verjaardag zou vieren, en sprak mooie woorden, en laatstgenoemde, de “Trots van Nederland” volgde hem twee jaar later bij de herdenking hier op 2 november 2009.

Het tweede hier op 2 november 2012 voorgelezen hoofdstuk “Huldiging van de prins des doods” is gebaseerd op eigen waarnemingen en ervaring van de schrijver en is als zodanig dus geen complottheorie maar complotpraktijk. Hij was namelijk enkele dagen vóór de moord getuige van zeer opmerkelijk tafereel op een met rozen bestrooid deel van de Javastraat tot aan het spoorviaduct. Daar vond namelijk een publieke huldiging plaats van de uiteindelijke dader, gekleed als een Prins des doods in een lang wit Arabische gewaad, omringd door forse bodyguards en een Iman, in aanwezigheid van honderden sympathisanten en winkeliers die de “uitverkorene” vele geldbiljetten in de hand drukten. Zelfs politie en politici van islamitische huize gaven acte de présence en wisten dus drommels goed wat er aan de hand was.

Het derde en laatste op 2 november 2012 hier voorgedragen hoofdstuk onder de titel “Attentaat” beschrijft in detail precies wat er op die noodlottige ochtend van 2 november 2004 vooraf is gegaan tot aan de schietpartij en de arrestatie van de dader in het Oosterpark. De politie zat het islamitische moordsquadron in het Watergraafsmeer op z’n hielen, maar moest tot hun stomme verbazing zo niet ontsteltenis op het laatste moment de religieuze liquidatie van de Godslasteraar als het ware onder hun ogen toelaten: Orders van hogerhand!

De reactie op deze onthullingen over de ware toedracht en achtergrond van de moord op Theo van Gogh, waar weliswaar niet man en paard maar wel betrokkenen in hun functie genoemd en dus geïdentificeerd kunnen worden, was vrijwel nihil, een oorverdovende stilte. Geen beschuldigingen van smaad aan de schrijver of de spreker of iets dergelijks. Ook nadat het Amsterdamse televisie station AT5 beloofd had een flink deel live uit te zenden, maar daarop terug kwam en ook na eerdere interviews op radiostation Amsterdam FM, tevens te zien op YouTube  en een twee uur durend interview op Radio Dieperick (inmiddels verwijderd) bleef het windstil.

II. Tweede voordracht “Orders van hogerhand!” op 2 november 2013

Bij de volgende herdenking op 2 november 2013 werd een samenvatting  van “Doodlopende weg” voor een klein gezelschap verzameld hier rond het monument de Schreeuw voorgelezen, ter discussie gesteld en daarna ook op internet geplaatst.   Deze samenvatting onder de titel Orders van hogerhand! luidde als volgt:

1.       Enkele dagen voordat Mohammed Bouyeri, de “uitverkorene”, op de ochtend van 2 november 2004 op de Linnaeusstraat vlak bij het stadsdeelkantoor Amsterdam-Oost Theo van Gogh doodschiet, diens keel  doorsnijdt en een brief op diens borst met een mes vastpint, werd hij gehuldigd op de met bloemen feestelijk bedekte Javastraat in Amsterdam-Oost in de aanwezigheid van honderden toeschouwers, inclusief nota bene ambtenaren van de politie en geheime dienst. De schrijver heeft deze openbare ritueel in het hoofdstuk “Huldiging van de prins des doods” beschreven.
2.     Dit attentaat op Theo van Gogh, zoals het laatste, gelijknamige hoofdstuk onthult, was geen eenmansactie van een fundamentalistische islamist, maar onderdeel van een met militaire precisie voorbereide, uitgevoerde en naderhand perfect (althans tot nu toe) toegedekte operatie van de Nederlandse geheime dienst.
3.     Deze operatie was niet nodig geweest als Theo maar geluisterd en ingestemd had met dringende verzoeken en waarschuwingen van de directeur van de AIVD om het artikel “Schaduwkommando van de prins” van zijn website “De Gezonde Roker” te verwijderen. Dit artikel van Jan Portein alsmede een aanvulling daarop onder de titel “Lubbers en de Muzelmannenbom”, waarin de schrijver Karate Bob in zijn destijds geheime functie als directeur van World Atomic Counter-Espionage (WACE) een centrale rol in een multimiljoenen plutoniumtransactie speelt, waren volgens de AIVD een bedreiging voor de nationale veiligheid en de Koningin. De literaire weergave van de twee gesprekken tussen Theo als lid van de geheime dienst  en het hoofd van de AIVD in Café Cinetone op de Duivendrechtsekade en bij hem thuis op de Pythagorasstraat in de Watergraafsmeer zijn na te lezen in de hoofdstukken “Schaduwkommando van de prins” en “Ontmaskerden”. De twee betreffende artikelen “[Schaduwkommando van de Prins” en “Lubbers en de Muzelmannenbom”]  bevinden zich in de bijlagen, waarin ook rechterlijke documenten staan i.v.m. met de dreigende, illegale en inhumane uitzetting van de noodlijdende schrijver door de Nederlandse staat naar het voormalige Joegoslavië, tevens een brief van toenmalige Premier Lubbers aan Slobodan Mitric, een getuigenis van Prof. F. Rüter, de voormalige president van Amnesty International over de betrouwbaarheid van Slobodan Mitric, plus een uitgebreide CV en een overzicht van zijn werken die hij als schrijver, kunstenaar en filmmaker deels met zijn [onder verdachte omstandigheden op 10 januari 2006 in het OLVG overleden] vrouw Iris de Vries heeft gemaakt.
4.     De toenmalige burgemeester van Amsterdam, de minister van Immigratie en Naturalisatie, de hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie en de hoofdofficier van Justitie waren niet alleen op de hoogte van deze staatsliquidatie, maar lieten, wat betreft de politie die de voorbereidingen nauwlettend in de gaten hield, de moordenaar en zijn team ongemoeid hun gang gaan: “Orders van hogerhand”. De Amsterdamse dorpsgek, die in het openbaar zijn varken Allah genoemd had en met Ayaan Hirsi Ali de film “Submission” had gemaakt, moest immers opgeofferd worden om de woede van de islamistische gemeente in binnen- en buitenland tot bedaren te brengen ten einde erger te voorkomen. Dit blijkt uit het hoofdstuk “Kut spekjood” gebaseerd op een door de AIVD in het geheim opgenomen gesprek bij de residentie van de burgemeester. Het hoofdstuk “Submission”, waarmee dit boek na de Proloog “Op de Javastraat is er iets aan de hand” begint en het hoofdstuk “Vos” geven tevens een wat andere kijk op hoe deze film eigenlijk tot stand kwam, terwijl uit het hoofdstuk “DNA”, een gesprek in Café Danzig in Amsterdam tussen Theo en het hoofd van AIVD, blijkt dat de laatste twijfels had over de ware identiteit van Ayaan Hirsi Ali en daarnaar onderzoek heeft laten verrichten en om vast te stellen of de voorbereidingen van de moord een geval van “estherisme” [ d.w.z. onderhandse daad van een agent provocateur].
5.     Onderdeel van de voorbereidingen op de moord op Theo van Gogh was ook dat de “uitverkorene” de kunst van het keel doorsnijden werd bijgebracht door een imam en zijn collega onder toeziend oog van twee forse lijfwachten. Eerst aan de hand van een geit, zoals beschreven in het hoofdstuk “Islamitische slagerij” en daarna zelfs van een onschuldig mens, zoals beschreven in het hoofdstuk “Een in een tapijt gewikkeld lichaam” met daarbij een kleurenfoto van het plaats delict in Amsterdam-Oost. Ook dat laatste had de politie in de gaten en kunnen voorkomen, maar greep desondanks niet in: “Orders van hogerhand...!”

III. 3de voordracht “Waarom Theo van Gogh werkelijk geofferd werd!” op 2 november 2014

In de aanloop naar de derde en tot nu toe laatste voordracht “Waarom Theo van Gogh werkelijk geofferd werd!” tijdens de herdenking op 2 november 2014 leek er eindelijk wel verandering in die oorverdovende windstilte m.b.t. de ware toedracht van de moord op Theo van Gogh te komen door een aantal opmerkelijke ontwikkelingen die toch allemaal op gemiste kansen bleken uit te lopen.

Ten eerste waren dat de onthullingen van de bij het proces van de dader verantwoordelijke hoofdofficier van Justitie Frits van Staelen die hij op 22 september 2014 in het radioprogramma Dossier EenVandaag maakte.

Ik citeer uit de aankondiging van de website van EenVandaag: “Ik [Van Staelen] ben ervan overtuigd dat Mohammed Bouyeri niet alleen gehandeld heeft.”  Het strafonderzoek naar de moord op Theo van Gogh zou verder volgens deze hoofdofficier “frusterend weinig opgeleverd” hebben.  “Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen,” zo zei hij, “dat er mensen de route van Theo van Gogh zijn nagegaan en voor het vuurwapen hebben gezorgd.”

Het betreffende Dossier EenVandaag citeert ook Bé Lutken, oud-korpschef van Rotterdam en oud-onderzoeker van de CTIVD, Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Deze oud-korpschef stelt dat de AIVD verzuimd heeft informatie dat de Hofstadgroep met iets bezig was te delen met de regionale politiekorpsen en inlichtingendiensten en spreekt van een gemiste kans. 

Over het feit dat  op 10 november, acht dagen na de moord, de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer schrijven dat de AIVD goed werk heeft geleverd, zegt Lutken: “Ik heb wel gedacht: ze durven wel. Zo vlak, na zoiets. Zo echt concreet schrijven: geen fouten gemaakt. Niks te verwijten. Dat kun je eigenlijk niet doen. Daarvoor is het onderzoek te kort geweest en ben je alleen afgegaan op informatie van de dienst zelf. Ik vond dat niet zo gelukkig. Onhandig en risicovol!”

De aankondiging van het Dossier EenVandaag eindigde als volgt: “De SP pleit voor heropening van het onderzoek, aangezien het OM stelt ervan overtuigd te zijn dat Mohammed  Bouyeri niet alleen handelde. Ronald van Raak (SP) wil dat eventuele medeplichtigen alsnog voor de rechter kunnen worden gebracht.”

Bovengenoemde en nog andere onthutsende uitspraken over gewiste opnames, miscommunicatie en corruptie binnen de blijkbaar elkaar concurrerende diensten binnen de overheid stroken met de hier ter sprake gebrachte beschrijvingen uit “Doodlopende weg”, en omdat de voor de AIVD verantwoordelijke Minister Plaskerk n.a.v. de onthullingen van het Dossier EenVandaag op 9 oktober 2014 een opdracht gaf aan de CTIVD om een heronderzoek naar de moord op Theo van Gogh en het handelen van de AIVD te verrichten, schreef ik op 31 oktober 2014 volgende brief (hier na te lezen als document 1) :

Aan de “Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten”:

“Op 23 oktober jl. heb ik u een aankondiging gemaild van mijn voordracht op 2 november as. ter herdenking van de moord op Theo van Gogh “Waarom Theo van Gogh werkelijk werd vermoord!” gebaseerd op bovengenoemd literair misdaadverslag van Dr. Slobodan Radojev Mitric, 10de Dan karate meester en bezitter van een eredoctoraat in de rechten. Daarin stond o.m. de volgende zin: “ Gezien de opstapeling van sterke vermoedens dan wel aanwijzingen dat er veel meer aan de hand was dan tot nu toe mondjesmaat door de overheid is toegegeven, kan ook de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten er niet om heen om de bevindingen van de werkelijkheidsroman “Doodlopende weg” in haar door minister Plaskerk aangekondigd heronderzoek in deze moordzaak erbij te betrekken, en bij voorkeur de noodlijdende en doodzieke, voormalige  top contra-inlichtingen agent Karate Bob nog bij leven uit te nodigen om, desnoods achter gesloten deuren, te getuigen op welke eigen frappante waarnemingen en opgenomen en gefilmde geheime voorvallen hij zijn opzienbarende onthullingen heeft gebaseerd.”

Bij deze doe ik dus een dringend beroep aan u om in uw heronderzoek naar de ware achtergrond van de moord op Theo van Gogh de bevindingen van dit boek nader te onderzoeken. Omdat ik begrepen heb dat de schrijver bereid is in deze zaak te getuigen verzoek ik u verder om hem daartoe uit te nodigen. Mocht dit gebeuren, dan ligt het het meest voor de hand daarbij om hem te bevragen over zijn eigen waarnemingen waarop hoofdstuk 13 “Huldiging van de prins des Doods" op blz. 71 gebaseerd is. In dit hoofdstuk  wordt namelijk geschilderd hoe de “ uitverkorene”, een jonge Marokkaan gekleed in vorstelijke Islamitische kledij, omringd door forse lijfwachten, gehuldigd wordt  op de met bloemen bezaaide linkerstoep van de Javastraat vanaf het Javaplein tot aan de tunnel door diep buigende winkeliers die voor hem knielend rollen Europese bankbiljetten in de hand drukken, een tafereel dat nota bene in aanwezigheid van politie en zelfs bekende politici blijkbaar ook gefilmd werd. Het vaststellen van deze publieke huldiging van de Prins des Doods, wiens naam in het boek niet genoemd wordt, maar die niemand anders dan is Mohammed Bouyeri, is al voldoende om de waarheid van de uitspraak van de officier van justitie Frits van Staelen “Ik ben ervan overtuigd dat Mohammed Bouyeri niet alleen heeft gehandeld.” te bevestigen.

Maar ook de andere, op in het geheim opgenomen dan wel gefilmde voorvallen gebaseerde hoofdstukken uit “ Doodlopende weg” laten zijn dat er veel meer aan de hand was dan tot nu toe door de overheid bekend is gemaakt. Want uit deze hoofstukken blijkt dat Theo van Gogh in het landsbelang geofferd c.q. bestraft werd om enerzijds een dreigende opstand van radicale elementen binnen de Islamitische gemeenschap in de kiem te smoren en anderzijds, omdat hij pertinent geweigerd had om in te gaan op de herhaalde, dringende eis van de Geheime Dienst om het de toenmalige minister-president en koningin onwelgevallige artikel “Schaduwcommando van de Prins” van zijn website “ De Gezonde Roker” af te halen, een artikel waarin naast prins Bernard de schrijver als Karate Bob een centrale rol speelt.

Wat betreft de veelal onterecht  in twijfel getrokken betrouwbaarheid van Dr. Mitric, verwijs ik u naar Bijlage VIII in het aanhangsel van “Doodlopende weg” onder de titel  “Getuigenis van Prof. C.F. Rüter op 15 februari 1988 in de zaak Mitric”.  Voor de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam verklaart deze bekende rechtsgeleerde en voormalige president van Amnesty International o.m. het volgende (op blz. 159): “…door de jaren heen had ik de ervaring opgedaan dat de verhalen van Mitric in de kern de waarheid bevatten, hij had meermalen blijk gegeven over gouden informatie te beschikken; bovendien had hij in dit geval in juli 1987 de ontvoering [van Gerrit Jan Heijn] al aangekondigd.”   

In de hoop de waarheidsvinding in deze moordzaak van dienst te zijn, ben ik,

Hoogachtend,

Is ondertekend:

(Robert Jan Kelder)

Dir. Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut

P.S. Vandaag heb ik het betreffende boek “ Doodlopende weg” met een kopie van deze brief en de tekst van de aankondiging van mijn voordracht op 2 november naar uw adres in Den Haag opgestuurd.”

Aan het eind van deze brief stond de volgende noot: “Tot nu toe is geen ontvangstbevestiging binnengekomen. Binnenkort zal een soortgelijke brief met een exemplaar van het boek aan officier van justitie Van Straelen, thans werkzaam in de regio Nederland Oost, gestuurd worden met een verzoek om op basis van deze aanwijzingen het onderzoek naar de moord op Theo van Gogh te heropenen.”

Deze brief werd  inderdaad aan de officier van Justitie Van Staelen gemaild, maar deze noch de commissieleden van de CTIVT vonden het blijkbaar niet nodig hierop een antwoord te geven of zelfs de ontvangst ervan te bevestigen, en tot nu toe is de schrijver van “Doodlopende weg” niet uitgenodigd om voor het nog steeds lopend heronderzoek opening van zaken te geven: gemiste kans nr. 2. 

Gemiste kans nr. 3: ”02/11 Het spel van de Wolf”

Een volgende gemiste kans in dit verband is de door de vrienden Theodoor Holman en Gus van de Westelaken van Theo van Gogh geschreven en geproduceerd en op 2 november 2014 door de VPRO uitgezonden speelfilm c.q. docudrama “02/11 Het spel van de Wolf” met op de affiche de ondertitel: “Theo van Gogh is dood; nu de waarheid nog”. Daarin wordt gesteld dat Theo van Gogh als “collateral damage” geofferd moest worden voor het landsbelang dan wel voor de CIA, iets dat als algemene conclusie akelig dichtbij het scenario van “Doodlopende weg” komt, maar in feite eerder een miskleun is en in plaats van de waarheid te brengen deze slechts verhult.

Dit stelt de schrijver van “Doodlopende weg” in zijn reactie onder de titel:  “Een complete misser!” Hij schrijft (hier te lezen): “Mooie film die laat zien hoe de AIVD werkt - maar over de moord op Theo is het een complete misser.  Interessant is een fragment waar beweerd wordt dat Mohammed Bouyeri penningmeester was voor de Hofstadsgroep of iets dergelijks.
Deze opmerking was bedoeld om te verhullen dat moslims massaal geld aan Mohammed gaven. Want de Engelse MI6 heeft Mohammed Bouyeri geld gegeven voor de liquidatie van Theo van Gogh en de bebaarde eigenaar van de wasserette op de Javastraat was hoofd van de speciale afdeling van MI6 in Amsterdam.

De MOSSAD heeft het moordwapen geleverd. Die Ron [de joodse wapenleverancier in het hoofdstuk “Wapenhandelaar”  is lid van MOSSAD en voor alles wat hij doet, moet hij van tevoren toestemming vragen van de MOSSAD.

Belangrijk is dat een onafhankelijke officier van Justitie voor deze zaak werd ingesteld en dat hij kan bewijzen dat vele moslims in Amsterdam geld aan Mohammed Bouyeri hebben gegeven om zijn achterblijvende familieleden te verzorgen, want Mohammed Bouyeri had gezworen dat hij na de moord op Theo op de politie zou gaan schieten tot ze hem zelf dood zouden maken.

De directeur van de AIVD [Sysbrand van Hulst] ken ik persoonlijk. Een familielid van Van Hulst is tipgever over het gestolen 60 kg plutonium en een paar ton radioactief materiaal waarover premier Lubbers destijds zaken met mij deed.
Demmink wordt al jarenlang gechanteerd door moslims - ze bezitten lastige video’s van hem en zijn lovers kinderen.
Vele toenmalige ministers maar ook minister-president Balkenende wisten dat Theo vermoord zou worden.

De Iman – een Syriër- die in de film wordt beschrijven als opdrachtgever is niet de Imam die werkelijk de opdracht gegeven heeft. Ik heb hem een keer ontmoet - hij was samen met beide bodyguards van Mohamed Bouyeri op de Javastraat tijdens Mohammeds plechtigheid [zoals beschreven in hoofdstuk 13 “
Huldiging van de Prins des Doods” van mijn true crime “Doodlopende weg – Waarom de Nederlandse geheime dienst haar top geheimagent Theo van Gogh heeft vermoord”]”

Hier valt nog te melden dat de schrijver Theodoor Holman van “Het Spel van de Wolf”, tevens wel degelijk op de hoogte moet zijn geweest van het boek “Doodlopende weg” of tenminste het in zijn bezit heeft, sinds ongeveer een half jaar na het verschijnen daarvan in februari 2012, de vader van Theo van Gogh, Johan van Gogh, een oud-medewerker van de BVD (voorloper van de AIVD), twee exemplaren bij mij had besteld, waarvan er, volgens eigen zeggen, een voor Holman was bestemd. Deze columnist bij Het Parool en radiopresentator van het programma OBA Live in de Openbare Bibliotheek in Amsterdam heeft er m.i. echter geen enkel woord aan vuil gemaakt. Heeft misschien ook hij iets te verbergen? Jazeker, d.w.z. als je de woorden van de schrijver van “Doodlopende weg” mag geloven die hij in een email aan mij schreef en die ik bij de herdenking op 2 november 2014 in zijn geheel onder de titel “De moord op Theo van Goh was een actie van de islamitische gemeenschap - Mohammed Bouyeri was slechts een uitvoerder" (deels) voorgelezen heb en daarna ook als document 2 op de blog “Doodlopende weg” heb geplaatst: 

“…Hier is sprake van een liquidatie, die gefinancierd werd door honderden islamieten in Amsterdam met donaties aan de gekozen moordenaar Mohammed Bouyeri. Theodorus Cornelis Holman was een van de eerste mensen in Nederland die al deze dingen wist. Ook Theo’s compagnon Gijs van de Westerlaken, die ik persoonlijk ken, wist van deze dingen. Aan hen beiden waren een aantal keren pamfletten gegeven, waarin stond dat de liquidatie van Theo van Gogh gefinancierd was door de islamitische gemeenschap in Amsterdam.
Ongeveer een week na de moord op Theo van Gogh werd door een vrouw, die getrouwd is met een van de belangrijkste BVD (AIVD) ambtenaren, verklaard dat Theodorus Cornelis Holman ook lid van de BVD is. Deze informatie is 100% betrouwbaar.
Het is het daarom ook begrijpelijk dat Theodorus Cornelis Holman de waarheid onder tafel houdt en met dingen in de openbaarheid komt om de waarheid te omzeilen…[Alleen t
ot hier werd deze brief verleden jaar op 2 november voorgelezen. Hij ging als volgt verder:] "Maar hier dienen alleen de belangrijkste feiten  bewezen te worden dat Theo van Gogh is geliquideerd in opdracht van de machtigste islamieten in Amsterdam, waar van tevoren massaal geld werd  verzameld voor de gekozen moordenaar. En wie is wie maakt hier niet uit.
Feit is dat geld om Theo van Gogh te vermoorden vooruit werd betaald door vele moslims.

Officier van justitie Frits van Staelen dient een grondig onderzoek te verrichten naar wat er zich precies heeft afgespeeld op de Javastraat 2 dagen voor de moord op Theo van Gogh.
Er zijn honderden mensen die deze ceremonie gezien hebben en er is een Nederlander die ook dat zou kunnen bevestigen, indien de staat  hem veiligheid garandeert.

Wat mij betreft: ik heb geen enkel belang om deze zaak anders te doen lijken dan hoe het werkelijk gebeurd is.
Ik ben bereid om onvoorwaardelijk over deze dingen onder ede te verklaren bij een rechter.
Ik hoop dat alle moordenaars van Theo van Gogh opgepakt en bij rechtbank gebracht worden en ook diegenen die deze zaak bewust onder tafel willen houden – onder anderen ex-
burgemeester Job Cohen, -staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Fred Teeven, Theodorus Cornelis Holman en zo voort en zo voort.

Hoogachtend,
Slobodan Radojev Mitric

WORLD DIRECTOR RESERVE POLICE-INTERNATIONAL”]

Vierde gemiste kans: de roman “De tweede november” van Tomas Ross

Als laatste in deze boulevard van gemiste kansen zij nog vermeld dat ook de auteur Tomas Ross van de in 2013 verschenen roman “De tweede november – Wie zat er achter de moord op Theo van Gogh?” op de hoogte was van “Doodlopende weg”, omdat ik zelf een exemplaar voor hem bij zijn uitgever Cargo in Amsterdam heb afgeleverd. Hij  heeft het echter compleet links laten liggen. Daarom moet ook dit werk van “faction” (mengsel van fact en fiction) dat eindigt met de open vraag van de ondertitel: “Wie zat er achter de moord op Theo van Gogh?”, i.p.v. deze vraag te beantwoorden met de hem toegeschoven informatie, als een afleidingsmanoeuvre worden beschouwd.

Samenvatting en conclusie

Op 16 februari 2012 werden exemplaren van “Doodlopende weg” met het Ten geleide en  verantwoording van de uitgever onder de titel “Valt de huidige opmars van de islamisering nog te stuiten?” afgeleverd aan de balie in Amsterdam van het dagblad TROUW voor diens politie en justitie redacteur Adri Vermaat en bij het kantoor van Slobodan Mitric’ advocaat Mr. Henri Sarolea. De dag daarna werden er exemplaren gepresenteerd aan toenmalige Koningin Beatrix (persoonlijk afgeleverd bij haar Paleis Noordeinde in Den Haag) en aan Geert Wilders (via de postkamer op het Binnenhof). Deze heeft echter er tot nu toe  geen aanleiding in gezien om hierover in de Tweede Kamer vragen aan de regering te gaan stellen, iets wat toch te verwachten zou zijn gezien zijn kruistocht tegen de Islamisering in Nederland en daarbuiten. Tevens werden er die dag drie exemplaren door de uitgever persoonlijk overhandigd aan de ouders van Theo van Gogh in Wassenaar, die de boeken met belangstelling in ontvangst namen en later, zoals reeds vermeld, nog twee exemplaren bestelden. Voor hen schreef Slobodan Mitric de volgende opdracht in zijn boek: “Ik kan uw zoon niet levend terugbrengen, maar wel de waarheid hoe en waarom hij is vermoord kunt u in dit boek nalezen. Ik hoop dat u, als u dit boek gelezen heeft, dit niet in de doofpot laat blijven zitten.”

Dit laatste is ook de boodschap die hij op de achterflap van zijn boek aan de lezers richt: “Voor elke moord, ongeacht over wie het gaat, is het nodig om de waarheid en niets dan de waarheid te vertellen en de waarheid erover te schrijven, of men dit nu leuk vindt of niet. Aan u, geachte lezer, ligt het om deze roman wel of niet te steunen. Maar indien wij zwijgen, zal de moordmachine van de duistere krachten zonder belemmering verder doorgaan met doden: gisteren Theo, morgen een van ons. Niemand heeft het recht – ongeacht of iemand volgens de wet van een staat of religieuze gemeenschap werkelijk de dood verdient – om te doden. Vooral in de zogenaamde vrije democratische wereld, die beweert dat ze de paden van vrijheid en rechtvaardigheid volgt. Laten wij helpen om alle verantwoordelijken voor de moord op Theo van Gogh voor de rechter te dagen.”

Welnu, uit de bovengenoemde opstapeling van feiten en ernstige aanwijzingen die te vinden zijn in “Doodlopende weg”, uit de gedetailleerde aanvullingen  daarop van de auteur en uit de pogingen om die ontmaskeringen hier bij dit monument aan de vrijheid van meningsuiting aan de grote klok te hangen blijkt zonneklaar dat de Nederlands overheid met haar doofpotcultuur, zoal in collusie met de bovengrondse pers en media, niet in het achterhalen van de werkelijk toedracht inzake de moord op Theo van Gogh geïnteresseerd is. Zij maken zich daardoor direct dan wel indirect schuldig aan obstructie van de rechtsgang. Dit wordt nog eens bevestigd door het negeren van het aanbod van de schrijver Slobodan Mitric om (desnoods achter gesloten deuren) op te treden als getuige c.q. ter zake kundige criminoloog bij het door minister Plaskerk aan de CTIVT opgedragen heronderzoek naar de moord op Theo van Gogh en het handelen van de AIVD. 

Moge dit betoog ertoe bijdragen dat in het belang van de waarheid en rechtvaardigheid de onderste steen vooralsnog  boven wordt gehaald opdat daarmee tenminste de gang naar de rechter geen doodlopende weg wordt.